Functies
Functies hebben ten doel om delen van de code opnieuw bruikbaar te maken en daardoor de code in zijn geheel te structureren. Wanneer een functieblok wordt gevuld, verschijnt in het functiemenu een nieuwe blok dat dezelfde naam draagt als juist dit functieblok. Het is nu mogelijk om in het hoofdprogramma alleen nog het blok met de naam van de functie te gebruiken. Wanneer het programma wordt doorlopen, leidt dit blok naar de code in de gelijknamige functie en werkt deze af.
Enkelvoudige functie
Met het enkelvoudige blok kan een functie wordt ingesteld die de in het tekstveld ingevoerde naam draagt. De functie kan willekeurig veel variabelen bevatten die met behulp van het tandwielsymbool kunnen worden toegevoegd. De functie functie ouder worden worden telt 1 op bij de variabele variabele leeftijd op:
De functie kan in het hoofdprogramma worden gebruikt:
Functie met geretourneerde waarde
Dit blok maakt het mogelijk om een functie met geretourneerde waarde op te stellen. Deze geretourneerde waarde kan in het hoofdprogramma verder worden gebruikt. Hier een voorbeeld: